Rechtspraak

Er zijn een aantal problemen met de rechtspraak.

De ontkoppeling van wetgever, opsporing en rechterlijke macht blijft (trias politica). Dit zorgt voor een evenwicht en voorkomt dat individuen boven de wet staan. Maar dit systeem is in Nederland nog niet goed ingericht – daar zijn we al door Europa voor op de vingers getikt.

In de rechtspraak zijn er een aantal punten die nu onderbelicht zijn:

  • Onrecht mag niet winstgevend zijn. Een dader moet dus minimaal zijn mogelijke opbrengst gedeeld door de pakkans betalen. En daar bovenop een factor (denk aan 2-20) om het onrendabel te maken.
  • Snel recht doen. De tijd tussen het melden van de daad, en een uitspraak is kort. Dit lik-op-stuk beleid zorgt voor snelle feedback naar de dader en slachtoffer, en voorkomt onnodig zorgen maken of angst zolang er nog geen uitspraak is. Ook kan de dader zo minder snel nieuwe slachtoffers maken omdat een aantal zaken nog lopen.
  • Slachtoffer hoeft niet onnodig te lijden. Een slachtoffer hoeft niet lang te wachten op het recht (denk aan dagen). Een dader moet de kosten (gestolen spullen, vernieling, psychische schade) betalen. Kort na de uitspraak wordt deze transactie meteen gedaan, en het slachtoffer krijgt meteen de inkomsten (direct van de dader of van de overheid die het weer verhaalt op de dader). De dader wordt in de feedback-app gemarkeerd – deels blijft dat lang, deels blijft dat zolang er niet terugbetaald is.

Rechtspraak lokaal beschikbaar maken voor iedereen. Rechterlijke macht onafhankelijk maken.

De rechtspraak is overbelast. Niet alles is in cijfers te vangen. Rechtszaken worden complexer omdat simpele zaken door hoge drempels en schikkingen worden voorkomen. Maar output (vereist aantal zaken per jaar) en de vergoeding daarvoor blijft wat het was. De keuze dat de politiek het geld en soms benoemingen doet is fundamenteel fout.

Concrete oplossingen

Een aantal oplossingen:

  • Trias politica in de grondwet zetten. Trias politica is een verdeling van wetgevende macht die wetten opstelt, een uitvoerende macht die het dagelijks bestuur van de staat uitoefent en een rechterlijke macht die deze uitvoering toetst aan de wet.
    • Daarmee wordt de rechterlijke macht een hoog college van staat.
    • Financiering rechterlijke macht komt lost te staan van ministerie van justitie. Het krijgt een eigen (meer stabiele) financiering, los van het aantal zaken dat toevallig behandeld wordt. Dus geen outputfinanciering.
  • Raad voor de rechtspraak:
    • De minister is niet degene die de mensen erin benoemd en prioriteiten bepaalt – dit moet door de rechterlijke macht zelf worden bepaald. Bij voorkeur door rechters, die na een termijn weer terug hun werk oppakken als rechters.
    • De taken kunnen zijn wat ze nu zijn: Financieel beleid (begroting en budgetten), bedrijfsvoering binnen de gerechten (processen, doelmatigheid, informatievoorziening intern en extern) en uniformiteit & kwaliteit van de rechtspraak.
    • De raad voor de rechtspraak is ondersteunend aan de gerechten, niet andersom.
  • Rechtspraak moet toegankelijk blijven, en snel zaken kunnen oppakken:
    • Decentralisatie van gerechten (laagdrempelig voor mensen om in de buurt een rechter te hebben, ook goed voor minder autokilometers van rechters, rechterlijke medewerkers en mensen die recht willen halen).
    • Geen hoge drempel opwerpen om je recht te halen (verlaag het verschil tussen recht hebben en recht krijgen).
  • Uitvoering van rechterlijke besluiten moet beter afgedwongen worden. Nu kunnen mensen te gemakkelijk een rechterlijk vonnis naast zich neerleggen (b.v. geen alimentatie betalen, geen kosten aan slachtoffer betalen, traineren tot het slachtoffer opgeeft, …). De overheid zou dit aan de slachtoffers moeten uitbetalen, en de overheid mag op het moment van de uitspraak de tegoeden en bezittingen van diegene die moet betalen confisqueren (voor het bedrag van de te betalen vergoeding), tot het geheel is terugbetaald. De rechter kan ook besluiten tot betaling in natura door b.v. werk te laten uitvoeren. Voor bedrijven geldt dit ook. Bij de rechterlijke uitspraak wordt meteen aangegeven wat de overheid moet doen voor de terugvordering.

Koppeling met uitgangspunten

Dit raakt aan de volgende uitgangspunten: